Woonzorgcentrum in de kijker

Verhalen delen en banden smeden in Huis Vandecruys

In Deurne, op de drempel van de koekenstad, ligt woonzorgcentrum Huis Vandecruys. Directeurskoppel Bart en Katrin Collet bouwden er een warm en rustig nest voor de zeventig bewoners. En ook voor de medewerkers is het er aangenaam toeven.

Elk huisje heeft z’n “cruysje”, maar volgens ergotherapeut Caroline wordt hier vooral stevig ingezet op het smeden van authentieke connecties tussen bewoners en medewerkers. Zij deelt met ons hoe de intrede van Soulcenter in Huis Vandecruys een lichte verzamelwoede van verhalen deed losbarsten — en mensen dichter bij elkaar bracht.

In Huis Vandecruys is de bewoner koning

Wat in Huis Vandecruys centraal staat, zijn niet de kille medische dossiers. Het team houdt van een persoonlijke benadering. “We focussen het liefst op de verhalen die bewoners doorheen hun hele leven hebben verzameld. De herinneringen die hen kippenvel geven, de foto’s die ze koesteren, de hobby’s die na zoveel jaren nog steeds hun ogen doen oplichten.”

In oktober 2018 maakte het zorgwooncentrum die liefde voor het leven dan ook officieel. “Met Soulcenter zetten we de levensverhalen, herinneringen, foto’s, passies, wensen en dromen van onze bewoners in de schijnwerpers.” En sindsdien gonst het hele huis van de sappige, ontroerende en hilarische anekdotes.

Mensen bloeien echt open. Er zijn mensen die heel weinig zeggen, tot je de foto’s bovenhaalt. Dan komt er plots een waterval aan verhalen naar boven, wordt er gelachen of wordt er een zwijmelende blik richting manlief geworpen.

Video over Soulcenter in Huis Vandecruys. Zet je geluid aan.

Van babbelen over het weer naar weer echt babbelen

Geen mens is een eiland. Dat wéét je, zeker als je elke dag met mensen werkt. En toch bleven gesprekken met de bewoners vaak in smalltalk steken. Caroline: “Je hebt het over het weer, de activiteiten in het centrum of hoe ze zich die dag voelen, en komt er niet altijd toe om dieper te graven.”

“Soulcenter geeft een veel rijker beeld van wie de bewoners zijn, wat hen boeit, en welke herinneringen hen gevormd hebben. Zo’n persoonlijk inzicht in het verleden van wie voor je zit is van onschatbare waarde om op menselijk vlak echte banden te smeden.”

Soms ontdek ik via Soulcenter dat iemand dol is op muziek. Ik speel zelf graag muziek, dus dat zorgt meteen voor een aanknopingspunt voor leuke babbels.

Elke bewoner zit anders in elkaar, heeft een ander pad afgelegd, en heeft andere dingen nodig om zich op zijn gemak te voelen. “Bewoners die verlegen zijn of met dementie kampen, hebben ook prachtige verhalen te vertellen”, vertelt Caroline. “Die mensen blijven vaak stil als het gesprek op de oppervlakte blijft, maar bloeien helemaal open als ze zelf hun verhaal kunnen doen. En dat is zo mooi om te zien. Onder zo’n stille wateren zitten niet alleen diepe gronden, maar soms echte spraakwatervallen!”

Oma’s aan de yoga

Zo’n eersteklas inkijk in de levensloop van de bewoners werkt ook inspirerend. In plaats van een zoveelste bingo-avond te organiseren, kan Huis Vandecruys activiteiten echt afstemmen op de persoonlijke passies van mensen. Blijkt één van de bewoonsters een fervente yogi? Dan kan ze voortaan haar matje uitrollen met een verzorgster die net zo graag in lotushouding vertoeft. Is er aan een bewoonster een echte patissier verloren gegaan? Dan wordt aan haar mouw getrokken als er een baknamiddag doorgaat. En ondertussen oefent het bewonerskoor de lievelingsliedjes van de andere bewoners in. O-op de pur-pren hei!

De geneugten van het geheugen

“Soulcenter zorgt er niet alleen voor dat we als medewerkers meer te weten komen over bewoners”, vindt Caroline, “maar ook dat bewoners elkaar beter leren kennen. We tonen de verhalen op een groot scherm en rakelen samen herinneringen op. Dat kan gaan over het levensverhaal van een bepaalde persoon in de groep, maar ook over specifieke onderwerpen. Zitten er sportievelingen in de groep? En wat staken onze bewoners uit tijdens The Summer of Love?”

Met Soulcenter kan je alle levensverhalen filteren op specifieke onderwerpen, hobby’s, tradities of zelfs jaartallen en gebeurtenissen. Dat zorgt voor gezellige gesprekken waarin een heleboel gedeeld en gelachen wordt, en waaruit vanzelf vriendschappen ontstaan.

Tastbare verhalen in (t)huis Vandecruys

Vier keer per jaar worden alle nieuwe verhalen gebundeld in een bewonersboek. Zo’n boek waarin je écht kan bladeren brengt al die fijne herinneringen nog meer tot leven. De weetjes en anekdotes verspreiden zich al snel als een lopend vuurtje. En als het boek daar niet voor zorgt, dan wel de verhaalkaders aan de muren van het centrum. Die zetten de bewoners in de schijnwerpers en zorgen voor spontane babbels tussen bewoners, medewerkers, familieleden en andere bezoekers. De bewoners staan centraal, en dat moeten ze ook écht voelen.

Als directeur moet je een beetje geduld hebben. Maar de meerwaarde is op enkele weken tijd al duidelijk merkbaar. Je merkt dat het echt leeft, zowel bij medewerkers als bij familie.
– Directeur Bart

Directeur Bart deelt zijn recept voor succes met het levensverhaal

Een mozaïek aan verhalen

Caroline en haar team vinden het heerlijk om verhalen van bewoners te verzamelen. Dat gebeurt vaak met de hulp van familieleden, die het op hun beurt geweldig vinden om in hun eigen verleden te duiken. “Met Soulcenter is het makkelijk om familieleden uit te nodigen, zodat ze zelf foto’s en verhalen kunnen uploaden. En het enthousiasme leeft hier ook écht. Medewerkers houden constant in de gaten of er nieuwe verhalen bijkomen en delen weetjes met elkaar.”

In de pauze zit ik op mijn smartphone door verhalen te scrollen om te zien of er iets nieuws is bijgekomen. En altijd kom ik wel iets nieuws te weten.

levensverhalen verkennen op de smartphone

De eerste verhalen oprakelen kostte wat tijd, maar daarna ontstond al snel een domino-effect. Verhalen lokken steeds nieuwe verhalen uit. Bewoners herkennen zichzelf in de anekdotes van andere bewoners. Caroline: “Als medewerkers merken we hoe we alsmaar dichter naar hen toegroeien. Hoe meer we als mensen met elkaar delen en hoe persoonlijker we onze hulpverlening kunnen maken, hoe sterker die band wordt.”